Als al je bloed samenkomt – vijf liter samengebald tot één punt – dat is het begin van iets nieuws.
Afgelopen weken en maanden had ik om de twee dagen een bloedneus, het bloed liep gewoon uit me weg. Een prop verloren energie in een zakdoek. Maar vanuit mijn zakdoek kroop het weer mijn lichaam binnen. Altijd naar dat éne punt.
Bloed als een achtbaan, dat in brede, achtvormige banen rondcirkelt.
In de wagentjes zitten, twee aan twee met stevige schouderbeugels, de glucose, lipiden, hormonen, kooldioxide en zuurstof. De achtjes worden kleiner en dan is er het wonder. Het nieuwe begint. In één punt: rood.
Wat je ermee moet? Je smijt het in de lucht. De zon schrikt zich een bult, alles wordt rood. Avondrood.