Het was weer schrijfgroep gisteren.
Dat gaat zo:
Een tafel vol sympathieke schrijvers neemt plaats op een stoel. De tafel in kwestie is gevuld met lekkers, pen en papier (waarvan het eerste ongeveer 80 % van het aandeel bevat).
Er wordt gepraat, geïnformeerd naar de staat van eenieders gezondheid, kroost, werk en schrijfsels. Soms worden er teksten gelezen.
Dan komt het moment waarop er een bizarre opdracht gepresenteerd wordt.
Zoals dat gaat met zichzelf respecterende schrijvers, wordt er eerst vijf minuten gelachen, gekrijst, over de grond gerold en gebulderd. En dan… wordt het stil.
Stilte in een schrijfgroep is niet zwaar, het zweeft boven de hoofden en doet pennen marcheren. Het duurt net lang genoeg. Altijd.
Terwijl we voorlezen vallen de monden open. Altijd. Omdat schrijvers het beste uit zichzelf op een vel papier spannen wanneer ze samen zijn.
Gisteren kregen we een gebroken beeld als inspiratiebron, bij mij kwam dit stukje naar boven:
Rood kleed
kijk mijn hart
dat niet meer klopt
dat niet meer rent
en niet meer
stopt
dat vuile op
jouw nieuwe kleed
het is mijn
bloed ik
die dat deed
met water koud niet
meer te wassen
maak alles rood!
om aan te passen
het trilde uit
mijn open ribben
zo bonkend
gonzend kon het
glippen
ik wou alleen
maar laten zien
wat jij ook in mij zag
misschien
jij schrok!
alleen maar van de slag
gooi alles weg
gewoon
het mag