Zoals een bed verstard kan schreien
en opstaan weerzin overtreft
En hoe gebrek aan moed
je soms in twee kan snijden
waarna er al een deeltje sterft
Want vroeger dachten we dat we konden
dat leven maar een volgen was
de klank van lachen
de geur van lakens
van smeulend hout
Toen warmte iets als onze huid leek
vervelden we, en werd het koud
Zochten we stug naar welkomsborden
vonden we een te smalle deur
waarachter we toch een plekje vonden
dat vulden we met onze geur