Een advertentie in de Standaard van dit weekend maakte me nostalgisch. Het was een kerststalletje van Alessi: keilelijk! En erg duur. Ik zou het nooit kopen, maar ik zou dan ook geen enkel stalletje kopen.
In het vijfde leerjaar leerden we kerstfiguren maken met bierflesjes, papieren bolletjes en restjes stof en wol. In de klas maakte ik Josef en Maria, het maakte me euforisch. Thuis werkte ik verder. Bij ons dronk niemand bier, maar wij dronken gelukkig wel hoestsiroop waardoor ik aan een hele resem kerstfiguren raakte. In mijn herinnering maakte ik zo ongeveer heel Jeruzalem, de kast stond er van vol.
Ik had een laboratoriumkast in mijn kamer waarin ik papieren bolletjes op basis van toiletpapier en haarlak maakte, die waren nog beter dan die uit de handel. Mijn kerstfiguren hadden schitterende koppen en prachtige lijven, versierd met zilverpapier, stickertjes en stukken uit de oude fluwelen peignoir van ons mama. Dat was nogal iets anders dan Alessi!
Misschien moet ik de tip aan mijn kinderen doorgeven. Hoewel we geen hoestsiroop nuttigen, drinken we wel bier. We hebben alles in huis om Kessel-Lo aan Jeruzalem toe te voegen. Wellicht zal het niet beter worden dan vroeger, zoals dat gaat. Bier is niet beter dan hoestsiroop.