Dit is er zo een. Zo’n dag waarop zelfs naar het toilet gaan me moeite kost.
Ik zou me willen wikkelen in een slaapzak, in een slaapzak, in een slaapzak (drie dus, om het zeker niet koud te hebben). En dan dromen kweken, mijn hoofd vol, mijn buik en benen vol. En alleen maar bewegen van kop tot teen.
Er zijn mensen die beweren dat je daaraan moet toegeven, dat dat geen luiheid is.
Maar ik weet zeker dat mijn moeder niet zo’n mens was. Zij zou me uit mijn slaapzak jagen, zeggen dat ik een wandeling moet maken, tot aan de eerste boom en terug. En soep voor de vitaminen, en anders een paar stampen tegen mijn gat.
Mijn moeder had meestal gelijk, zoals dat gaat met moeders.
Dus maak ik een ommetje en ik eet soep. Ik teken wat, ik schrijf wat, ik speel piano en ik borstel de kamer. Niet veel, maar mijn moeder zou het genoeg vinden. Omdat er van die dagen zijn.