Mijn nieuwe plekje is zo goed als ingericht, het voelt goed, een beetje warm. Als het nest van een andere vogel, maar waarvan me verzekerd werd dat ik er welkom ben. Waar ik me ook welkom voel.
Mijn oude plekje is zo goed als leeg. Ik heb afscheid genomen, bijna.
Het was een goede plek, ik ben blij dat ik er was. Ik weet zeker dat ik er nog terugkom, zo ging dat altijd al in mijn leven. En alles wat ooit ging gaat gewoon verder.
Nog nooit tekende ik zo weinig als de laatste weken. Ik schreef ook weinig, en de piano bleef onaangeroerd. Het was ook niet praktisch, mijn materiaal lag her en der. En mijn hoofd stond er niet naar. Nog altijd staat mijn hoofd er niet naar, maar ik voel het weer tintelen.
Toen ik twaalf jaar was, beloofde ik aan mezelf dat ik vanaf toen elke dag zou tekenen. Ik denk dat ik me daar aan hield, zelfs op de geboortedag van mijn kinderen. Tot enkele weken geleden.
Het kan goed doen om los te laten. Wat ik al bijna mijn hele leven krampachtig vasthield, uit schrik om mezelf te verliezen, liet ik plots los. Kort, want ik kijk ernaar uit om alles weer op een rij te hebben. Mijn materiaal weer bij elkaar, een tafel die me elke dag uitnodigt om aan haar te tekenen. Dan begin ik met het scheppen van een nieuwe wereld, zo neem ik me voor . En ik kijk ernaar uit, want ik heb dat nodig.