De groep beweegt van links naar rechts, het is een klas die op de bus wacht. Ik sluit mijn ogen voor het gevaar. Waarom doen kinderen dat? Een blauwe arm trekt aan een grijze kap, een knie belandt tussen paarse billen.
Mijn zoon bewaart zijn kap in zijn jaszak, anders trekken ze die toch af. Waarom doen ze dat?
Vroeger was het niet anders. Ook ik deed mee, tegen beter weten in. Waarom deden we dat?
Nu is dat gedaan, niemand die nog aan me duwt of trekt. Misschien ben ik dat vriendelijke kwijt. Die openheid die zegt: Als jij duwt, dan duw ik gewoon terug, even goede vrienden. Misschien komt dat later terug. Dan kom ik je tegen, dan geef jij me een mot en ik mep stevig terug. Daarna drinken we vriendschappelijk pinten op cafĂ©. Eigenlijk zou dat tof zijn… Zo’n cirkel zou het leven moeten zijn.