Het herfst. Het spint ook, en het hekst. Mensen griezelen of gaan met emmer en spons naar het kerkhof. Binnenkort is het daar weer wit en geel: chrysanten als feestvlaggetjes.
Mama stierf in november, dat maakt me gevoelig voor deze periode.
Ik ga te weinig naar het kerkhof, al ga ik wel graag. Ik praat niet tegen haar naam want liever hou ik vroegere gesprekken levendig. Maar het graf een beetje proper houden vind ik wel belangrijk. Ik denk dat mama dat, in al haar nuchterheid, geapprecieerd zou hebben.
Toch ga ik weinig naar het kerkhof in Tongeren. Het kerkhof raakt me niet zo, maar de herinneringen die aan Tongeren verbonden zijn, kunnen me soms overvallen.
Binnenkort ga ik wel weer, net zoals ieder jaar. Elk jaar opnieuw zie ik hoe het graf er verzorgd bijligt, met bloemen en al. Dat doet deugd, er zijn nog anderen die aan haar blijven denken en die dat omzetten in daden. Het zou haar plezier gedaan hebben. Zoals ze soms aarzelend zei als ze sprak over haar werk: “Je crois quand même que les gens m’aiment bien.”