Het woord “onwezenlijk” viel al vaak afgelopen vijf weken. Ook bij mij.
Het is het soort onwezenlijkheid dat me opstandig maakt, terwijl iedereen met een beetje psychologisch inzicht heel goed weet dat het verstandig is nu, om te blijven zoeken naar het mooie in deze tragedie. Ik wil gerust verstandig zijn, of tenminste lijken, maar ik geef toe dat ik om de haverklap boos word om de ongelijkheid die nu nog duidelijker is dan anders. Wereldwijd wordt ons een basisbehoefte ontnomen, maar: iedereen gelijk voor de wet! Gisteren werd beslist om tuincentra weer te openen. Dat is goed, nu kunnen mensen met een mooie tuin hem nog mooier maken. Wie zat te kniezen op zijn appartementje wordt geacht om verder te kniezen. Samen sterk! Want: iedereen gelijk! Nu, iedereen is gelijk, dat klopt, maar sommigen zijn toch gelijker dan anderen. En op die manier zijn ook sommigen sterker dan anderen. Het maakt me boos… Tegelijk besef ik dat ik het goed heb, ik heb dan wel geen tuin, maar ik heb twee piano’s. En tekenmateriaal waarmee ik tijd en hoofd kan vullen, en ook ik probeer maar wat, en zoek maar wat. O, natuurlijk zie ook ik nog veel moois (zo verstandig ben ik wel!), maar ik ben ook bang, vooral voor die ongelijkheid.
En ik maakte een video om me staande te houden.