Liefst van al hou ik het roer stevig in handen, ben ik een bebaarde kapitein op een schip dat ik zelf gebouwd heb. Maar soms ben ik stuurloos.
Het is geen fijn gevoel om niet te weten waar je naartoe wil, en om te beseffen dat je schip eigenlijk maar een vlotje van niks is. Dat in de eerste de beste storm zal sneuvelen, zodat je zelf zinkend ten onder gaat om weer wakker te worden in de buik van een walvis. Gevangen voor altijd.
Maar gelukkig is er vuur en moeten walvissen daarvan niezen. Een een schip dat stuk gaat is niet erg. Als geen enkel schip ooit stuk ging, dan was de wereld tot in de nok gevuld met schepen. En soms moet er ook storm zijn om het zwemmen niet te verleren. En als we even geen schip hebben, dan varen we mee met anderen. Want als er dan storm komt, en we in de buik van een walvis terecht komen, dan zijn we tenminste niet alleen (en er is ook nog vuur).