Er is iets met het licht van november, iets dat al halverwege oktober start.
Het projecteert beelden op mijn netvlies, over afscheid nemen. Dertien jaar geleden alweer, namen we afscheid van mama. Eigenlijk waren dat warme dagen, waarin we goed onthaald werden op de afdeling palliatieve zorgen in Tongeren. Een hecht samenzijn, onze handen op de vertrouwde handen van mama, verdomd goed weten dat we dat moesten koesteren, dat het nooit nog zou terugkomen.
Ik denk met een glimlach terug aan dertien jaar geleden. Maar in alle jaren die daarop volgden gaf het licht van november me een leeg gevoel. Die vertrouwde handen, die zie ik nog altijd voor me, precies zoals ze waren. De blauwe ogen, met net dezelfde wenkbrauwen als die van mij, kan ik nog uit mijn hoofd tekenen. Ik hoor haar stem nog, maar ik mis vooral haar goede raad. En haar slechte raad. En al mijn vragen die ze beantwoordde met andere vragen. Want ook zij had er geen idee van hoe je hoort te leven, dat gaf ze grif toe.
Ik heb niemand nodig die alles weet, maar iedereen zou iemand moeten kennen die de juiste vragen stelt.
En altijd als ik haar mis, speel ik dit liedje. Omdat Jojo voor mij altijd Marie-José is