Toen ik begon met olieverf, had ik het gevoel een schilder te zijn. Ik was twaalf en hard op zoek naar mezelf. Hoewel ik niet wist wie ik moest zijn, leek “schilder” me wel passend. Wie zoekt, die vindt.
Mama bracht van de rommelmarkt een doosje olieverf mee.
Ik schilderde de zee.
Duizend zeeën heb ik geschilderd, het gaf me ruimte.
Soms doe ik dat nog: Met olieverf schilderen vanuit een drang om te bewegen. Sportief word je er niet van, maar het helpt.
Gisteren danste ik in dit landschap. Ik danste voor de maan die naar me lachte. Ik lachte terug.