Hij was niet de enige hond die boven de stad zweefde. Straathonden worden nergens graag gezien, maar waar hij woonde werden ze om die reden gevangen en met helium gevuld.
Dat was minder erg dan het leek. Ginzu vond vliegen aangenamer dan lopen, en minder vermoeiend. Alleen was het soms wel moeilijk om aan eten te geraken. Natuurlijk waren er wel vogels, zich van geen gevaar bewust fladderden ze in het rond. Het zag er zo ontwapenend uit dat Ginzu het niet over zijn hart kreeg om zo plots een leven te beĆ«indigen. Niemand staat ‘s ochtends op met het idee dat het de laatste keer is… daar dacht hij aan als hij een vogel zag. Daarom ging hij bedelen in flatgebouwen.
Er was een man, die op het twaalfde verdiep woonde en die erg gul was. Vaak zat hij Ginzu ‘s avonds op te wachten met twee borden vol eten. Een voor Ginzu en een voor hemzelf. In ruil gaf de hond hem een lik en een pootje.
Toen hij de man op een dag door het raam zag huilen, vloog hij naar binnen. Daarbij brak hij een luchter en twee vazen. Dat maakte de man niet boos, hij leek blij Ginzu te zien. Even later vloog er ook een vogel naar binnen, en daarna nog eentje. Samen vierden ze feest met matcha ijs en thee. Daarbij vielen veel scherven, maar scherven brengen geluk.