Toen al hun lampen doofden
keek hij wachtend naar de lucht
De maan lachte hem toe
en ook de sterren waren terug
Hoe was hij reus geworden?
Hij wist het zelfs niet meer
Zij keken neer op hem
nu kijkt hij op hen neer
Naar al hun kleine huizen
met kindjes
hondjes
hun venijn
Toen alles hem te machtig werd
begon hij reus te zijn
Nu voelt hij zich nog kleiner
in dat te grote lijf
Nu wacht hij op een teken
Nu wacht hij op een kans
om terug te verhuizen
maar dan naar zachte huizen
Soms hoopt hij op een andere plek
een bol van porselein
waar iedereen voorzichtig is
waar andere reuzen zijn