Ik blijf om te kijken
naar hazen die slapen
warm onder de grond
met oren als laken
geen enkel gefluister
van wind of van blaadjes
Maar nee
ik moet gaan
Mijn stem roept mijn naam
Ik dwing me tot maken
mijn nest te verlaten
O! noem me geen vogel
alleen om mijn pluimen
Noem me veel meer.
Hoe graag zou ik schuilen
gerusten als hazen
maar lucht heeft geen gaten
geen gangen of raten
En ik ben ook geen dier
dat slaapt in een gang!
In de grond ben ik zo
verslingerd aan vrijheid
Soms maakt dat me bang