Terug kon ze niet meer
Het leven stond daar
recht voor haar
met ogen vol van regenbogen
Wilde haar doen geloven
in reizen, zon en palmbomen
in zonder zorgen aan het strand
Zag zij, zelfs met één enkel oog een
gekwetste vogel in zijn hand
En strand zal er wel zijn ja
met zand en schelpen vol
zand dat alleen maar jeukt
als ondergoed van wol
Nu was het al te laat
veel zou het nog gaan tranen
Hoeveel moet men ook sproeien
om niet meer dan een enkele keer
een bloem te laten groeien
Keek ze het aan en wachtte
tot alles echt begon
Die regenboog, zo dacht ze
is zon door vlagen regen
Ik richt me naar de zon