Ik ben geen podiumbeest. Dat is een understatement.
Iedere tekst die ik schrijf lees ik luidop voor mezelf om het ritme te controleren. Maar voor een publiek voorlezen associeer ik met een hart dat zo luid bonst dat het wel hoorbaar moet zijn voor iedereen.
Toch lukt het steeds beter. In die mate dat ik ervan begin te genieten en me er achteraf ook echt gelukkig om voel.
Ik beeld me gewoon in dat ik iemand anders ben. ‘Kom,’ spreek ik mezelf toe, net voor ik op moet. ‘Nu ben je Edith Piaf. Of Roos Rebergen of Amanda Palmer.’ En dan doe ik alsof.
Ik ben geen schim van Amanda Palmer, mis de charme van Roos Rebergen en de vergelijking met Piaf is grotesk. Maar mij kan je veel wijsmaken.
Hierbij een stukje van mijn optreden bij De Sprekende ezels.