Er is dat woord en nog een woord
dat lachen dat blijft lachen
de mensaap die zijn broer vermoordt
de tram die nooit kan wachten
op sporen die niet stoppen
nooit
Het nu is alweer later
de modderstroom ontoombaar
terwijl ik alleen snak
naar druppels regenwater
Het schreeuwen van een massa
die ik amper ken
die me als standbeeld aanziet
terwijl ik wel omblaasbaar ben