’s Nachts wakker liggen van opwinding. Niet om iets groots, maar om iets kleins dat voor mij wel groot was.
Gisteren was de eerste poëzie avond van “Zeg het met tekst”, de uitgeverij van Koen Snyers. Ik droomde ervan om mijn gedichten op een podium te brengen. Om daar iets muzikaals aan toe te voegen, op mijn eigen manier. In theorie leek het zo haalbaar, en in mijn atelier lukte het ook. Maar vlak voor de avond begon kreeg ik het gevoel bijzonder overmoedig geweest te zijn met mijn voorstel, en daarna belofte, om poëzie voor een publiek te brengen en mijn speelgoedpiano mee te brengen.
De avond begon met een welkomwoord van Koen Snyers, die daarna zijn gedichten op een mooie, vloeiende manier bracht. Na Koen kwam Mona Thijs, die op een natuurlijke manier een krachtige monoloog bracht. Daarna was het de beurt aan Stien Keunen. Haar gedichten zijn met niets te vergelijken: donker en grappig tegelijk. Nathalie De Man en Joris Vaneyghen lieten ons kennismaken met een gevoelig repertoire, dat was genieten. Johan Simons charmeerde met de pretlichtjes in zijn ogen en las verrassende korte gedichten voor. Annelies Leysen voerde de luisteraar helemaal mee in haar eigen wereld, het was daar fijn.
Toen was het mijn beurt. Ik stond op een metershoge springplank en merkte dat ik geen badpak droeg. Ik stond in mijn blootje en springen was de enige optie. Ik haalde diep adem, kneep mijn neus dicht, sloot mijn ogen en sprong. En het ging goed! Het was niet perfect, maar het ging. En dat alleen al was goed. ’s Nachts lag ik wakker van opwinding, van contentement, niet om iets groots, maar om iets kleins dat voor mij groot was. En in gedachten loop ik weer naar de springplank, en ik zal weer springen, badpak of niet.
Een glimpje van de sfeer (dankjewel Hilde, voor de foto en het filmpje)