in de warmte van de kamer
bij mijn koffie bij mijn geur
schilder ik de uren batig
in voor mij de juiste kleur
ver weg van de boze wereld
van de krant die weer verraadt
een omhooggevallen kerstster
die alles weet en te veel praat
ver weg van de luide feestjes
met veel eten en veel wijn
die uitbundig camoufleren
dat ook zij soms droevig zijn
weg van nagemaakte charmes
zoeken naar meer menselijkheid
achter veiligheid van maskers
die vergroeid zijn door de tijd
voel ik me rups en ommanteld
zijdezacht cocon als huid
maar ik blijf niet ingekapseld
kom er graag als vlinder uit