wat wil je later worden
vragen ze aan de kinderen
alsof ze grote mensen
meteen willen verhinderen
om te dromen
‘k wil wonen in een huis
met honderdduizend kleuren
met honderd en vijf kamers
en honderd en vijf deuren
om te openen
ik zal pomponnen kweken
en rare kronkellijnen
konijnen laten vrijen
en katten laten groeien
aan gordijnen
en werken wil ik ook wel
ik ga dan met een trein
die zalig overkop gaat
en niet zozeer op tijd
moet zijn
de wasmand vol met vrienden
een koelkast vol met zon
we drinken wijn uit flessen
nog dieper dan mijn dromen
en hoger dan een
rode luchtballon