Als dansers
met te zware armen
de stam een lijf
van warm fluweel
op pointes die in aarde graven
naar water
dat gedurig wacht
in regendruppelig
gordijn
Ik kijk
probeer en wens me nu
niets anders dan
spiegel te zijn
Als dansers
met te zware armen
de stam een lijf
van warm fluweel
op pointes die in aarde graven
naar water
dat gedurig wacht
in regendruppelig
gordijn
Ik kijk
probeer en wens me nu
niets anders dan
spiegel te zijn
Er werden vogels op het gras gezaaid
ze groeien er als zwarte veren
die klinken als de wind
Er komt een sprinkhaan
op mijn jurk gewaaid
een witte hond
en eenden op het water
Er zit een man
aan de overkant
van de vijver
die licht opvangt
een moeder en een kinderwagen
ze praten met elkaar
Ik hou me
in mijn schrift verstopt
geruisloos en
onzichtbaar
Het is alweer even geleden dat ik beloofde om regelmatig een schrijfoefening te posten. Maar daar gaat ie!
Dit is een gouwe ouwe, maar hij doet het nog. In deze oefening zal je leren om bewust om te gaan met tegenstellingen.
Maria is een doodgewone vrouw. Ze werkt als verpleegster in een Universitair Ziekenhuis. Ze werkt hard, is plichtsbewust, is daarnaast een goede moeder en een liefhebbende echtgenote. We starten ons verhaal, Maria doet alles wat ze moet doen, dus… het is een oersaai verhaal waarin niets gebeurt.
In een ander scenario, is Maria net zo goed verpleegster. Maar bij het zien van een druppel bloed valt ze flauw of begint ze te hyperventileren. Dat maakt haar leven niet gemakkelijk, het heeft zelfs een weerslag op haar gezinsleven. Haar man lacht haar uit, waardoor ze in de armen van een knappe chirurg vlucht. Kortom, stof genoeg om een boek mee te vullen.
Als Maria een probleem heeft dat haar toren doet wankelen, maar net niet doet omvallen, zal het verhaal genoeg spanning bevatten. Voor een schrijver is dat dankbaar.
Doe nu de volgende oefening:
- Kies een vijftal beroepen, bijvoorbeeld: bakker, postbode, acteur, leraar, winkeljuffrouw
- Schrijf bij ieder beroep een eigenschap die er niet bij past, iets dat zeker en vast voor problemen zal zorgen, bijvoorbeeld:
* bakker: smetvrees
* postbode: blind
* acteur: stotteren
* leraar: haat kinderen
* winkeljuffrouw: kleptomaan
- Kies er dan eentje uit, bijvoorbeeld: het winkelmeisje dat kleptomaan is.
- Leef je in, probeer tot een zo volledig mogelijk beeld van deze persoon te komen:
Het winkelmeisje is een studente (ze doet dit werk als studentenjob); naam: Margot; kort bruin haar, vriendelijk, best knap, fris voorkomen, draagt winkeluniform.
Veel schrijfplezier!
Is het gek om te geloven
in een reus die achter bergen woont
en lopen over regenbogen
een suikerspin met pootjes aan
dat paardenmolens leven
omdat ze naar omhoog
en naar beneden gaan
dat een ladder net zo lang kan zijn
tot helemaal tot aan de maan
te geloven in verhalen
om simpelweg te plaatsen
dat ook wij gewoon bestaan
Ik ben niet meer het zinkend schip
het wrakhout
dat ik vroeger was
nu drijf ik
voel me veiliger
verpakt geborgen
achter glas
Ik dacht me even kleiner
een fles fluisterde zich
rondom mij
wiegde me
schonk me inkeer
en droomde me weer vrij
Ik ben nog even boodschap
van vuur dat in me drijft
dat als ik opnieuw groter word
nog in me overblijft