Over hoe dromen (toch niet helemaal) als wolken zijn

Op geluk moet je niet wachten, zo wordt gezegd, je moet het maken. En zo heeft het ook geen zin om te wachten tot je dromen uitkomen, je moet ze najagen. Maar met al dat najagen, zou je soms nog vergeten om even rustig te gaan zitten. Om in de lucht te kijken naar die dromen, om er één (of twee, of drie) uit te kiezen en er naar te reiken. De kans is reëel dat je ze niet kan vangen, daarin zijn dromen als wolken, ze lijken tastbaar, maar dat is schijn. Toch, als je even verder denkt, dan voel je dat het je niet om de wolk zelf te doen is, je vindt ze mooi, je zou zelf iets van die schoonheid willen uitstralen. En dan helpt het om er even bij te gaan zitten. Je de vraag te stellen: Wat vind ik mooi? Wat is het precies dat me erin aanspreekt? Hoe kan ik dit in mijn leven integreren?

Zo keek ik ooit naar de lucht, ik zag wolken in de vorm van Brel, Brassens, Roosbeef, Amanda Palmer, Aurora, Renaud,… Ik wou ze allemaal zijn, en liefst tegelijk. De droom dreef weg, zoals wolken dat doen. Daarna bedacht ik dat ik het fijn zou vinden om met mijn schrijven ook op een andere manier te raken. Ik zocht naar heel concrete handvaten om dat te doen, ik ging erbij zitten, ik nam er tijd voor, en ik schreef mijn kleine liedjes. Er zijn van die hele kleine wolkjes in de lucht, en die mogen er ook zijn.


Dit is een van mijn liedjes

Misschien heb jij ook zo’n droom? Een schrijfdroom, een boekendroom, een iets héél bijzonders geven aan één kind droom? Begin er dan vandaag mee: www.aagvernelen.be

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Schrijvend

Mijn boek “Achter de deur die niet opengaat” verscheen net, en daarmee overviel me een grote drang om te schrijven, een nieuw project dient zich aan (hier alvast een fragmentje):

De meeste mensen sliepen ‘s nachts, maar Erik niet. Als de maan scheen zocht hij het gezelschap op van de doden.
Edith was zijn beste vriendin, zij was grappiger dan levende meisjes. Als ze lachte, viel haar onderkaak op de grond.
‘Ik wou dat ik dat kon,’ zei Erik.
‘Je moet geduld hebben, zei zij.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Zondagochtend

Het is zondagochtend, gisteren was het (logischerwijze) zaterdagavond. Helemaal niets te doen, zoals meestal de afgelopen 14 maanden.
Een mens houdt daar geen kater aan over.
Een mens staat dus fris en monter op en neemt zich voor om de ramen te wassen, ettelijke hoofdstukken te schrijven en naar de bakker te gaan want het brood is oud en bijna op.
Opties te over, maar in feite moet een mens helemaal niks, en al helemaal niet op zondagochtend.
Een mens kan dus net zo goed zijn ramen vuil laten, het werk uitstellen, tevreden zijn met een restje oud brood en achter zijn piano gaan zitten.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Achter de deur die niet opengaat

‘Kom je er niet bij?’ vroeg Kikker. ‘Het water is niet meer zo koud.’
Dat was gelogen. Al wist Flavie dat het voor Kikker geen leugen was, voor hem was het water prima, maar voor haar was het te koud. Toch ging ze in de tobbe zitten om hem plezier te doen.
‘Jammer dat je zo groot bent,’ zei Kikker. ‘Anders konden we een wedstrijdje zwemmen.’
‘Ik kan niet zwemmen.’
‘Jammer dat je zo groot bent,’ zei Kikker. ‘Anders leerde ik je zwemmen.’
Flavie vond het ook jammer dat ze zo groot was, veel liever bleef ze voor altijd klein.
‘Wees niet zo droevig,’ zei Kikker na een tijdje. ‘Van droevig zijn word je groen.’
‘Ben jij weleens droevig?’
‘Nee, nooit. Ik ben groen omdat ik een kikker ben, maar dat is wat anders.’

(fragmentje uit “Achter de deur die niet opengaat”, het boek verschijnt heel binnenkort)

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Is het omdat we niet gul in liefde geloven
dat we in anderen soms vijanden vinden
Maar hoe werden er ooit nieuwe vogels geboren
als zij elkaar ook niet domweg beminden
Als wij ons als vogels of als golven gedragen
die vloeiend de wolken bevaren
met vleugels gespreid en in rollend bewegen
kwamen we dan nog, in terughoudendheid
die onwelkome andere tegen

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Achter de deur die niet opengaat

Op 1 januari begon ik aan het schrijven van een nieuw verhaal, het kreeg als werktitel “1 januari”, daarna veranderde de werktitel in “Flavie”. Uiteindelijk koos ik voor de titel “Achter de deur die niet opengaat”. Het is geen zwaar verhaal, het is geen groot verhaal, het is een verhaal dat net door het kattenluikje past. Net als Flavie, want zij moet haar huis altijd binnenkomen via het kattenluikje omdat haar vader de deur dicht timmerde. Daar is niet veel achter te zoeken, hij houdt gewoon niet van bezoek. Flavie heeft een kikker en ze spreekt met haar nachtlampje, want echte vrienden maken is moeilijk wanneer je al elf bent en je zit nog steeds in het eerste leerjaar. En dan komt Erik in haar leven, haar eerste echte vriend, een bijzondere vriend met erg grote oren (hij kan de mieren verstaan).
Dat is het in een notendop, en nu moeten er illustraties komen. Hier is er alvast eentje (eigenlijk zijn het er twee, maar dat doet er niet toe).

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS

Ook ik doe mijn best

Opnieuw worden de maatregelen verstrengd, opnieuw worden workshops geannuleerd. Opnieuw proberen we ons heruit te vinden. De mens is een flexibel wezen, geef hem een bocht en hij wringt zich erin.

Dat is goed, en dat is eng.
Want horen we onze dromen niet na te streven in plaats van de opties die overblijven in de ingewikkelde en steeds veranderende regelgeving te laten passen?
Ik weet het niet… Natuurlijk weet ik het niet, niemand weet het.

Ik doe mijn best maar, ik probeer de bochten in de richting van mijn dromen te leiden. Of in ieder geval, er niet te ver van af te wijken. Mijn zicht wordt belemmerd door de kromming, dat geef ik toe. Maar ik doe mijn best.

Share and Enjoy

  • Facebook
  • Twitter
  • Delicious
  • LinkedIn
  • StumbleUpon
  • Add to favorites
  • Email
  • RSS